Nieuws
Aaigem A - Geblesseerd Stekene C : 10-6
Dag mede clubgenoten,
U mag zich terecht vragen stellen bij de vrij schandelijke uitslag van de C-ploeg laatste vrijdag in Aaigem. Ging deze ploeg geen kampioen spelen hoor ik jullie al vragen..., terecht, we blijven onder de verwachtingen maar we willen hierbij wat toelichting geven.
We begonnen eigenlijk al slecht, onder de nieuwsgierige blikken van de tooghangers van Café Miranda in Aaigem Dorp begaven we ons naar de zaal Torengalm, hier ging het gebeuren althans... volgens Frenoy.
De zaal galmde helemaal geen tafeltennis uit, enkele lokale leukerds gingen blijkbaar één of ander feestje houden en in plaats van pingpongtafels stonden er ordinaire tafels voor één of ander eetfestijn. We moesten eigenlijk in zaal UNO zijn, ik weet zeker dat er in heel Oost-Vlaanderen ook maar één zaal is waar je via iemands tuin in de zaal terechtkomt. Nog een geluk dat het vrij koud was waardoor Mevrouw des huizes niet in haar buiten jaccuzzi te vinden was...
Door deze vertraging was het inspelen minimaal en kwamen de eerste kwaaltjes al naar boven. Jeroen bleek teveel pijn te hebben in de knie en bij Glenn zat het nog iets lager, zo ongeveer ter hoogte van de hiel. Reken daarbij dat het Glenn zijn eerste match in maanden was en het resultaat liet zich snel merken, we kwamen tekort. Aaigem begon in zijn kansen te geloven en liet zich soms verleiden om de pijnlijke toestand van de tegenstander maximaal uit te buiten.
Geoffrey kende dan ook nog wel wat zijn wekelijkse pech en moet nog leren afmaken zodat de 4 matchen van ondergetekende eigenlijk geen nut hadden.
Neen, in 2° moet je fit zijn om iets te presteren. Nadien de wekelijkse boterhammen met straffe verhalen van o.a. Mike De Clippel, het wekelijks streekbiertje (dat eigenlijk het vernoemen niet waard is) en het wekelijks : tot in de terugronde.
Die terugmatch staat in onze secretaris zijn agenda met stip aangeduid, mits een goede conditie zal hij zijn tegenstanders laten zweten als nooit tevoren. Met deze gedachte in ons achterhoofd verlieten we Aaigem om ons bedje te gaan opzoeken. En met zo'n mooie zin beëindig ik dit epos.